Begin deze maand werd het debat dat plaats zou vinden tussen Yassin ElForkani en mij over “Jihad en radicalisering” (georganiseerd door Jongerencentrum Argan), na stevig “advies” van de burgemeester van Amsterdam, Eberhard van der Laan, geannuleerd. In eerste instantie wilden we hier niets over schrijven omdat het incident een zichzelf verklarende gebeurtenis is die geen verdere uitleg behoeft. Immers, het verbieden van een debat met een legale politieke partij (lees Hizb ut Tahrir), die niet oproept tot geweld, verstoring van de openbare orde of omverwerping van de Nederlandse rechtsstaat, zegt meer over het beleid van de Nederlandse overheid ten aanzien van Islam dan over ons. Dit was namelijk niets meer dan een bevestiging van onze campagne “Samen tegen anti-Islambeleid.” Echter bleef het hier niet bij, de burgemeester verklaarde vandaag in de gemeenteraad zijn achterliggende reden voor de annulering, namelijk dat ik niet kansloos zou zijn “bij het verleiden van deze groep kwetsbare Marokkaanse jongeren tot jihadisme.”

Ik zou de burgemeester daarom graag willen herinneren aan het feit dat het verspreiden van dit soort desinformatie, praktijken zijn die eerder door diverse corrupte en onderdrukkende regimes zijn uitgeprobeerd om ons direct of indirect te linken aan geweld. En dat ook dit soort regimes die hem voor waren, er niet in geslaagd zijn om maar enig bewijs aan te leveren. De vraag echter is niet of we jongeren mogelijk aanzetten tot geweld maar waarom de burgemeester dit pad van leugen en verdachtmaking heeft gekozen.

Of was het de burgemeester te doen om de boodschap die we middels onze campagne ”Samen tegen anti-Islambeleid” wilden afgeven? Door niet in te gaan op onze argumenten met argumenten maar door ons zonder enige basis neer te zetten als een gevaarlijke organisatie die oproept tot geweld.

We werden naar aanleiding van onze campagne uitgenodigd om te debatteren over het nieuw geïntroduceerde maatregelenpakket “Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme”, waarin onder andere maatregelen zijn opgenomen die niets van doen hebben met Jihadisme maar alles te doen hebben met de benadeling van de Moslimgemeenschap als geheel door haar te zien als een kweekvijver voor zogenaamd “radicalisme.” Het debat was dan ook in lijn met onze campagne om het discriminatoire karakter van het maatregelenpakket bespreekbaar te maken en aan te kaarten. Want wij vinden dat door discussie en debat de Moslimgemeenschap op de hoogte gehouden dient te worden van de ingrijpende maatregelen die hen allen zal raken. En dat zij zich mondig dienen te maken tegen deze selectieve aanpak.

Maar kennelijk duldt men hier geen tegenspraak in. Niet vreemd aangezien dit pakket inhoudelijk gezien een direct anti-Islambeleid voorschrijft, ook in haar uitvoering logischerwijs geen tegengeluid van de Moslims wil aanhoren. Met andere woorden kunnen we stellen dat dit pakket waar we tegen ageren, haar onsmakelijke geur heeft afgegeven nu ze feitelijk ten uitvoer gebracht wordt door ieder tegengeluid vanuit de Moslimgemeenschap neer te zetten als een vermeende oproep tot geweld. Althans, met uitzondering van de zogenaamde (moslim)sleutelfiguren die aangesteld zijn door de overheid, die kritisch lijken ten opzichte van het maatregelenpakket, maar in werkelijkheid de zogenaamde “gematigde seculiere” versie van Islam promoten welke in lijn ligt met hetgeen wenselijk geacht wordt.

Wij zijn niet degenen die het pad van discussie en debat dichtgooien en het pad van misleiding volgen en ons vergrijpen aan onrechtmatige middelen om het andere geluid te doven maar de burgemeester die in dienst staat van het nieuwe anti-Islambeleid.

Okay Pala

Media vertegenwoordiger van Hizb ut Tahrir Nederland

Deel op social media