In een interview met de Volkskrant waarschuwen het Eindhovense CDA-raadslid en jongerenwerker Ibrahim Wijbenga, en de Amsterdamse jongerenimam en tevens woordvoerder van Het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) Yassin Elforkani voor het feit dat er in de Nederlandse moslimgemeenschappen “een gevaarlijke polarisatie” aan de gang is. Volgens Wijbenga zouden de Syrië-gangers en hun sympathisanten ‘tikkende tijdbommen’ zijn en volgens Elforkani wordt hij door sommige moslimjongeren op straat bespuugd en uitgescholden voor afvallige, hypocriet en verrader omdat hij in zijn preken afstand neemt van de Syrië-gangers. Ook debatten over Islam en democratie en de strijd in Syrië kunnen nauwelijks meer zonder beveiliging worden georganiseerd.

Allereerst dient gezegd te worden dat de persoonlijke ervaringen van deze heren met bepaalde individuen in de samenleving, hoe ingrijpend deze ook moge zijn, nooit en te nimmer gebruikt mogen en kunnen worden als basis om een grotere groep van mensen te veralgemeniseren, te stigmatiseren of te polariseren. Want dit is precies wat hier gebeurt. Door hun persoonlijke ervaring als regel te nemen en deze te verheffen tot zogenaamde “polarisatie” in de Moslimgemeenschap hebben zij feitelijk gedaan waar zij de ander van betichten (lees polarisatie).

Ik kan namens Hizb ut Tahrir en tevens velen leden van de Moslimgemeenschap spreken dat onenigheid en meningsverschil uitsluitend beperkt dient te blijven tot discussie en debat en dat beledigingen en geweld geen weg voorwaarts zijn. Maar dat geldt natuurlijk voor beide partijen, want wanneer men zich stort in beledigingen door beledigende en kleinerende uitspraken te doen over Moslims zoals in het interview “Het is ontluisterend hoe dom en onwetend radicale moslimjongeren zijn” (door Wijbenga). Dan kan men terecht boze reacties verwachten en dan heeft men vervolgens geen recht meer om moord en brand te schreeuwen.

Maar nog belangrijker, men lijkt ook voorbij gegaan te zijn aan het feit dat de werkelijke beoogde polarisatie in de Moslimgemeenschap, niet het resultaat is van sommige Moslimjongeren zoals beweerd wordt maar het directe resultaat van het consequente beleid van de Nederlandse overheid en politiek om de Moslimgemeenschap op te delen en te categoriseren in zogenaamde “gematigde”, “radicale”, “fundamentalistische” en “extremistische” Moslims. Vele wetenschappelijke en academische publicaties hebben zich hieraan toegewijd waarvan sommigen op beleidsniveau aangenomen zijn. Deze visie is zo diep doorgedrongen in het denken van het Nederlandse volk dat er naar aanleiding van het artikel een discussie is aangezwengeld waarop de minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken een debat wil over polarisatie binnen de Nederlandse moslimgemeenschappen welke de media als volgt omschrijft: “Dat liet CDA-Kamerlid Pieter Heerma weten via Twitter naar aanleiding van een interview met twee gematigde moslims in de Volkskrant”.

Zich bewust van dit feit of niet, de heren Wijbenga en Elforkani voeren deze visie in de praktijk uit door zich te profileren als een verlengd mondstuk van deze verdeel-en-heers politiek onder de Moslimgemeenschap. Zelfs het gebruik van de frase “de Nederlandse moslimgemeenschappen” in het interview heeft alle schijn van een weloverwogen woordenkeus. Men doet hiermee namelijk voorkomen alsof er vele Moslimgemeenschappen zijn in Nederland en dat de Moslims verdeeld zijn, terwijl de Moslims zichzelf zien als onderdeel van één Moslimgemeenschap met diverse meningen. Maar wanneer het uitkomt dan presenteert men zich wél als de woordvoerder van dé Moslimgemeenschap in Nederland (Het Contactorgaan Moslims en Overheid).

Wij van Hizb ut Tahrir zijn van mening dat verschillende visies en meningen op een waardige manier bediscussieerd dienen te worden en wij zijn er dan ook toe bereid om met iedereen een eerlijke discussie aan te gaan over deze zogenaamde “gevaarlijke polarisatie”, of andere kwesties die de Moslims aangaan.

Okay Pala

Media vertegenwoordiger van Hizb ut Tahrir Nederland

Deel op social media