Herdenking Februaristaking en het huidige anti-Islambeleid

Gisteren was het exact 75 jaar geleden dat de “Februaristaking van 1941” heeft plaatsgevonden. Het Nederlandse volk kwam op die dag in groten getale in opstand om zich uit te spreken tegen het antisemitisme en de Jodenvervolging van de Duitse bezetter in Nederland. In Amsterdam en andere steden kwamen grote menigten bijeen en legden het openbaar vervoer en gemeentelijke diensten, fabrieken en scholen stil. Diverse scheepsbouw, metaalbedrijven en grootwinkelbedrijven legden hun werk neer. Ondanks dat Nederland zelf bezet werd en niet of nauwelijks zelfbeschikking had over haar eigen aangelegenheden, waren het met name de onderdrukkende en repressieve beleidsmaatregelen van de bezetter, gericht op een specifieke groep in de samenleving die het Nederlandse volk niet langer meer tolereerde en in beweging kwam om zich hiertegen te verzetten. De vraag is, wat is er in die 75 jaar tijd gebeurd met het Nederlandse volk?

Achteraf gezien kan men de gewichtigheid van deze protesten tegen stigmatiserende en demoniserende maatregelen beter op waarde schatten, aangezien we nu weten waar het toe heeft geleid. Hoewel deze vergeefse pogingen niet in staat bleken te zijn om het naderend gevaar van dood en verderf in de kiem smoren, heeft men er desalniettemin voor gekozen om niet stilzwijgend toe te kijken bij de onrechtvaardigheid die men waarnam. Vreemd genoeg lijkt deze erecode drie kwart eeuw later in het niets opgelost te zijn.

Zo werd onlangs het 10-jarig bestaan en het succes van de PVV gevierd. Ook werd Geert Wilders door vriend en vijand geëerd voor zijn opoffering en standvastigheid en niet te vergeten voor zijn consistente (anti-Islam)beleid dat hij al jaren voert. In de peilingen is de PVV de grootste partij. Daarnaast kon men niets anders dan toegeven dat de PVV een sterke invloed heeft op de agendasetting van andere politieke partijen en een krachtig “pull effect” heeft op diens kiezers. En al dit succes heeft zij te danken aan haar haatcampagne tegen Islam en de Moslims, zonder enige andere vorm van tegenprestatie geleverd te hebben.

Zonder meer is de PVV de laatste decennia de kartrekker in de hetze tegen Islam maar het was het verziekte politieke klimaat dat haar de mogelijkheid gaf om te gedijen. En het is dezelfde politiek die keer op keer aantoont dat zij receptief is voor deze hetze.

Dit werd onlangs accuraat samengevat door VVD-voorman Halbe Zijlstra, die de economische bankencrisis die Europa dreigde uiteen te scheuren te vergelijken met Islam. Volgens hem was er een sluipende, veel fundamentelere crisis ontstaan: namelijk de Nederlandse manier van leven zou onder druk staan en hij riep op om Islamitische groeperingen te verbieden. Haar regeringscoalitiepartij PvdA riep al eerder op tot een verbod. Ook de Christelijke partijen konden niet uitblijven en legden het naastenliefde verhaal even naast hen neer omwille van eendracht tegen Islam.

Er is een breed gedragen consensus in het gehele politieke spectrum over een verbod of het tegenwerken van Islamitische partijen; spreekverbod op zogenaamde “haatimams”; verbod of bemoeilijking van de Halal slacht; het doorvoeren van stigmatiserende, preventieve maatregelen gericht naar de Moslimgemeenschap; Moslimkliklijnen; militaire interventies in Moslimlanden; of heropvoedcursussen onder het mom van zogenaamde deradicaliseringsprojecten waarin normatieve concepten van Islam ondergeschikt of bestreden worden ten bate van het seculiere liberaal gedachtegoed.

Dan hebben we het nog niet eens over het demoniserende en minachtende woordgebruik en uitdrukkingen die men hanteert om de Moslims aan te duiden zoals “haatimam”, “haatbaard”, ”haatideologie” etc…

De anti-Islamretoriek is tegenwoordig een geaccepteerd en veelvoudig toegepast middel geworden, wil men politiek succes en stemmen behalen. Men hoeft enkel de vicieuze cirkel van het haat- en angstklimaat te voeden en het in stand te houden. Dit maakt het beleid tegen Islam en de Moslims consistent en structureel en kan daarom in veel opzichten vergeleken worden met het antisemitisme van de jaren 30 en 40.

Wat er met het Nederlands volk is gebeurd? Zij zijn slachtoffer van de opportunistische politiek die een constant klimaat van angst creëert voor Islam. Hoe ironisch het ook moge klinken, het zijn de zogenaamde “onderbuikgevoelens” van het volk waar men iedere keer aan refereert en als ijkpunt neemt om steeds repressievere maatregelen te nemen om de Moslimminderheid te onderdrukken. “Het is de wil van het volk”, zo wordt gezegd.

De bittere waarheid echter is dat deze “negatieve gevoelens” het volk aangepraat zijn door de Nederlandse politiek zelf die haar gebruikt voor eigen doeleinden. De bron van het kwaad is niet Henk en Ingrid maar de misleidende politici en politiek die de Moslims en niet-Moslimburgers tegenover elkaar hebben gezet.

Okay Pala

Media vertegenwoordiger van Hizb ut Tahrir Nederland

Deel op social media