Uit een nota van de Belgische inlichtingendiensten die de voorbije woensdag gelekt zijn in de Waalse krant La Dernière Heure, staat te lezen dat “de lobby- en netwerkactiviteiten van de Moslimbroeders een risico vormen voor de politieke instellingen van het land”. Deze inlichtingen doelen niet zozeer op de Moslimbroeders als een duidelijk afgelijnde organisatie, maar duiden veeleer op een algemene ideologische stroming die de conservatieve islam zou opdringen door binnen te infiltreren in allerlei instellingen. Dit zou dan zogenaamd bijdragen aan een kilmaat van segregatie en polarisatie, dat op haar beurt een vruchtbare bodem zou kunnen vormen voor een zogeheten (gewelddadige) radicalisering. In Frankrijk benoemt men dit als een gevaar voor de sociale cohesie en treden ze hard op tegen islamitisch geïnspireerde engagementen of verzetsacties.
Juister is het echter om dit soort van beleid te benoemen als tirannie en het monddood willen maken van de moslimgemeenschap. Het is duidelijk dat beleidsmakers en andere elitegroepen alle vormen van ongewenste geluiden en bewegingen uit de moslimgemeenschap beogen aan banden te leggen. Wat is namelijk ‘radicalisering’ en wie bepaalt dit? Na zoveel jaren is dit nog steeds een hol begrip dat telkens wordt bijgesteld louter om de eigen agenda te dienen. En welke instellingen worden er geïnfiltreerd en op welke wijze gebeurt dit dan? Betreft het een vergelijkbare ondermijning van de o zo heilige rechtstaat zoals de zionistische lobby’s realiseren om de genocide in Gaza voort te zetten? Is de Antwerpse haven die fungeert als doorgang voor het Belgische wapenhandelsbeleid naar “Israël” niet het resultaat van een reëele infiltratie met échte gewelddadige gevolgen?
Men gebruikt de Moslimbroeders dus slechts als voorwendsel om een tandje bij te steken in het seculariseringsbeleid. Het is immers niet voldoende om de islam zoveel mogelijk te verbannen uit het publieke leven, zoals bijvoorbeeld de hoofddoekenverboden en de uitbreiding hiervan onlangs (zie PB 04/05/2025). De volgende nagestreefde stap is het criminaliseren van islamitisch activisme om de moslims te intimideren en het zwijgen op te leggen. Dat de Belgische minister van Binnenlanse Zaken Bernard Quintin (MR) werkt aan een ontwerptekst om ‘radicale’ organisaties te verbieden is volledig in lijn met deze kwalijke evolutie. Zelfs ideologisch verwantschap aan dergelijke engagementen kan een mogelijke grond van beschuldiging tot ondermijning zijn. In werkelijkheid dient dit hypocriete en repressieve beleid zelf niets minder dan regelrechte ondermijning: die van de islamitische identiteit van moslims. Als moslimgemeenschap mogen we ons geenszins laten intimideren. Moed is vereist en verzet tegen onrecht is een plicht. Hizb ut Tahrir zal met de wil en hulp van Allah (swt) blijven oproepen tot de rechtvaardige oplossingen van islam die valselijk worden gedemoniseerd. Tevens blijven wij de hand reiken naar degenen die een oprecht intellectueel debat hierover willen voeren en niet wensen mee in te gaan in dit misleidend discours.
Media Bureau Hizb ut Tahrir Nederland