Hizb ut Tahrir Nederland

“Israëlische” inmenging in de Nederlandse staat: bondgenoot zonder grenzen?

Voor het eerst noemt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) Israël” in een rapport als statelijke actor die actief probeert de Nederlandse politiek en publieke opinie te beïnvloeden. Een opmerkelijke stap, aangezien Israël” tot nu toe werd gespaard van dergelijke classificaties in tegenstelling tot landen als Rusland of China. Maar leidt deze erkenning ook tot concrete gevolgen, of blijft Israël” de verwende bondgenoot die zich alles kan permitteren?

De aanleiding van het rapport is het incident rond de voetbalwedstrijd Ajax – Maccabi Tel Aviv (november 2024), waarbij het “Israëlische” ministerie van Diaspora- en Antisemitismebestrijding een rapport verspreidde vol beschuldigingen aan het adres van Nederlandse activisten en organisaties. Zonder bewijs werden burgers gelinkt aan Hamas en verantwoordelijk gehouden voor geweld. Toch citeerden Kamerleden als Caroline van der Plas (BBB) en Chris Stoffer (SGP) dit rapport als bron, wat leidde tot politieke framing en besluitvorming op basis van externe “Israëlische” propaganda.

Dit veroorzaakte ergernis, vooral omdat de AIVD volledig buiten spel was gelaten en het ministerie handelde via informele, ontransparante kanalen. Maar dit was geen op zichzelf staand incident. Het past binnen een breder patroon van “Israëlische” bemoeienis in Nederland, waarvoor al langer wordt gewaarschuwd door diverse academici en activisten. Zo zijn NGO’s als The Rights Forum en vredesorganisatie PAX, evenals individuele activisten zoals Thomas van Gool, publiekelijk belasterd door “Israëlische” overheidsinstanties en media. In sommige gevallen leidde dit zelfs tot bedreigingen, nadat namen van betrokkenen opdoken in “Israëlische” rapporten. Op deze manier verspreidt “Israël” doelbewust verdachtmakingen die het publieke en politieke debat beïnvloeden en vergiftigen.

Ook internationale instellingen blijven niet gespaard. Medewerkers van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag werden doelwit van intimidatie nadat arrestatiebevelen werden uitgevaardigd tegen onder anderen de “Israëlische” premier. De Britse ICC-onderzoeker Andrew Cayley legde zijn functie neer na maandenlange dreigementen. Desondanks bleef Nederland stil: geen sancties, geen diplomatieke reactie, geen bescherming van het ICC op Nederlands grondgebied.

Bovendien zijn er al jaren zorgen over de afhankelijkheid van “Israëlische” surveillancebedrijven, zoals Verint Systems (nu Cognyte), die tapkamersystemen leveren aan Nederlandse diensten. Deze technologie staat internationaal onder vuur vanwege mogelijke toegang voor de “Israëlische” inlichtingendienst Mossad. Toch bleef Nederland ze inzetten, ondanks waarschuwingen van experts.

Daarnaast reikt de politieke verbondenheid met “Israël” verder dan de uitgesproken loyaliteit van individuele politici zoals Geert Wilders. Verschillende partijen binnen het politieke spectrum tonen herhaaldelijk begrip voor “Israëlische” narratieven, waarbij kritiek steevast wordt afgedaan als verdacht of antisemitisch. “Israël” wordt behandeld als uitzondering: een bondgenoot die mag beïnvloeden, intimideren en verdraaien zonder dat dit wordt benoemd als dreiging of inmenging.

De NCTV-rapportage erkent “Israël” nu als actor in deze beïnvloedingsstrijd, maar doet dat met opvallende voorzichtigheid. “Israël” wordt niet geclassificeerd als spionagerisico, cyberdreiging of propagandamachine — ondanks Pegasus-spyware, desinformatiecampagnes en publieke intimidatie van burgers en instellingen. De constatering blijft hangen in abstractie. Er volgt geen beleidsmatige actie, geen parlementaire afrekening, geen publiek debat over technologische afhankelijkheid of kritiek op “Israëlische” lobbystructuren.

Dit roept een fundamentele vraag op: waarom blijft “Israël”, ondanks aantoonbare inmenging in Nederlandse politieke en maatschappelijke processen, buiten het bereik van serieuze maatregelen? Waarom wordt het niet behandeld zoals andere staten die zich met binnenlandse zaken bemoeien? Het antwoord ligt in de aard van het bondgenootschap: “Israël” geldt voor Nederland niet als gewone staat, maar als een bevoorrechte partner — ongeacht de schade die het veroorzaakt.

Zolang die asymmetrische relatie in stand blijft, blijven zelfs Nederlandse staatsburgers die worden belasterd of bedreigd onbeschermd, en blijft politieke beïnvloeding via buitenlandse propaganda ongemoeid. De vermelding van “Israël” in het rapport van de NCTV verandert daar niets aan. Het is een symbolische zet, zonder bereidheid om grenzen te stellen.

Want hoe kan het dat een land dat openlijk betrokken is bij genocide en etnische zuivering, juist wordt omarmd als bondgenoot? Kennelijk is het bestaan van een gedeelde vijand — het verzet van de Palestijnen — voldoende fundament voor een zogenaamd ‘democratisch’ bondgenootschap waarin alles geoorloofd is. Zolang dat het uitgangspunt blijft, zal “Israël” zich niets aantrekken van Nederlandse zorgen — en dat hoeft ook niet. Het weet dat het ermee wegkomt.

Media Bureau Hizb ut Tahrir Nederland

Deel op social media

De officiële meningen van Hizb ut Tahrir zijn die welke zijn opgenomen in verklaringen in naam van de verschillende provinciale bureaus (Wilajaat), de verschillende media bureaus van Hizb ut Tahrir, en de verklaringen van de officiële woordvoerders en media vertegenwoordigers van Hizb ut Tahrir. Enige andere verklaring, zelfs als deze gepubliceerd is op officiële websites of in magazines, is de mening van de auteurs van de artikelen en niet de van Hizb ut Tahrir. Toestemming is gegeven om alles wat gepubliceerd is door Hizb ut Tahrir of de websites van Hizb ut Tahrir te kopiëren, citeren of publiceren, op voorwaarde dat het citaat trouw blijft aan de betekenis, zonder selectieve citaten welke de betekenis vervormen of welke een onjuiste interpretatie portretteren, en op voorwaarde dat het citaat wordt toegeschreven aan de bron.

Hizb ut Tahrir | Nederland