Hizb ut Tahrir Nederland

De behandeling van de vraag of Islam een religie of een ideologie is heeft vanzelfsprekend te maken met de onderhandelingen omtrent de kabinetsformatie die momenteel gaande zijn in Nederland. Iedereen kan namelijk zien aankomen dat het antwoord op deze vraag waar de politici mee komen de basis zal gaan vormen voor het overheidsbeleid tegenover Islam en de moslims voor de komende jaren.

Deze discussie over het hokje waarin Islam geplaatst moet worden, “religie” of “ideologie”, is een academische discussie. Want of men er nu voor kiest om Islam een religie of een ideologie te noemen, dit verandert niets aan de realiteit van Islam. Aangezien politici geen academici zijn, zouden zij zich niet met academische discussies bezig moeten houden. Zij moeten zichzelf bezig houden met het maken van beleid. En voor beleidsvraagstukken moet gebruik worden gemaakt van de realiteit zoals deze is. Voor wat betreft Islam, diens realiteit is algemeen bekend en hierover bestaat geen meningsverschil.

Islam gaat over de relatie tussen dit leven en het leven in het Hiernamaals, spreekt over Hemel en Hel en zet uiteen hoe de mensen hun Schepper moeten aanbidden. Dit is wat gewoonlijk onder “religie” wordt verstaan en er kan dus geen discussie zijn over de vraag of Islam een religie is of niet. Volgens Islam vereist deze aanbidding dat de mens zijn gehele leven ordent volgens de wetten geopenbaard door de Schepper. En niet enkel het spirituele wordt door Islam geordend, maar tevens het aardse: de handelstransacties, het huwelijkse leven, het samenleven van mensen met verschillende visies op het leven, et cetera. Dit, het ordenen van de levens van de mensen middels wetten gebaseerd op een bepaalde visie, is gewoonlijk wat onder “ideologie” wordt verstaan. Er kan als zodanig dus ook geen discussie zijn over de vraag of Islam een ideologie is of niet. En er zal derhalve geaccepteerd moeten worden dat Islam zowel een religie als een ideologie is.

Dit betekent dat de praktische vragen waar de politici in Nederland zich op dit moment eigenlijk mee bezig moeten houden, twee zijn:

Ten eerste, en dit is de allerbelangrijkste vraag, aangezien Islam uitgaat van een andere visie op het leven dan de seculier liberale visie, stelt Islam een alternatieve ordening van het leven van de mensen voor. De vraag die daarom gesteld moet worden, die onderzocht en gedebatteerd moet worden, is: welke van deze twee visies op het leven en ordeningen van het leven is de beste voor de mens?

Ten tweede, alhoewel de meeste mensen in Nederland aanhangers zijn van de seculier liberale visie en de ordening van het leven die deze voorstelt, bestaat er in Nederland ook een grote groep aanhangers van Islam en de ordening van het leven die deze voorstelt. Hun realiteit is als volgt. Zij geloven in Islam en diens visie, maar zij werken niet om Nederland te ordenen volgens hun visie. Zij willen in Nederland enkel wat ruimte gelaten worden om te kunnen leven in overeenstemming met de visie waarin zij geloven. De vraag die in reactie hierop gesteld moet worden, die onderzocht en gedebateerd moet worden, is: Hoe moet het samenleven van deze mensen met verschillende visies over en op het leven geordend worden?

Dat de politiek zich met het academische vraagstuk “Islam: religie of ideologie” bezighoudt in plaats van met deze belangrijke en dringende vraagstukken is van een schrijnende armoede aan algemene en in het bijzonder politieke wijsheid. Maar dit kan goed verklaard worden door politieke opportuniteit.

Er zijn namelijk politici die Islam graag in het hokje “ideologie” zouden willen plaatsen. Zij voelen zich namelijk beperkt in hun doen en laten door het seculiere idee van vrijheid van religie. Volgens dit idee moeten mensen vrij gelaten worden om te geloven in wat zij willen geloven, en moet hen ruimte gelaten worden om hun levens vorm te geven volgens hetgeen zij in geloven. Een consequentie van dit idee is ondermeer dat het een staat in principe niet toegestaan is om mensen wettelijk te verbieden wat hun religie hen geboden heeft, of hen wettelijk te verplichten tot wat hun religie hen verboden heeft. Om zichzelf te kunnen bevrijden van deze “ketenen van de vrijheid van religie” zouden de politici hier onder behandeling Islam graag in het hokje “ideologie” willen plaatsen. Dan, namelijk, zouden ze de ruimte krijgen om de moslims te verbieden wat Islam hen geboden heeft en te verplichten tot wat Islam hen verboden heeft. Bovendien, en dit is vanuit hun perspectief het mooie aan de betiteling “ideologie” voor Islam, kan men dan zeggen dat Islam een bedreiging voor de seculier liberale visie is. En dan kan men actief de geboden en verboden van Islam najagen onder de noemer “bescherming van secularisme en vrijheid”. Met andere woorden, voor deze politici is de betiteling “ideologie” voor Islam reden en rechtvaardiging voor vervolging van Islam en de moslims.

De andere zijde van het debat, degenen die Islam graag betiteld zouden willen zien als “religie”, voorspelt niet veel meer goeds. Zij waren namelijk ofwel degenen die aan de wieg van het integratiebeleid van voorbije jaren stonden, ofwel de ondersteuners hiervan. Zij gebruikten de betiteling “religie” voor Islam om van de moslims te eisen dat zij van hun religie ook daadwerkelijk een religie – naar seculier begrip – maken. Oftewel, om te eisen dat de moslims hun Islam veranderen en daarbij het christendom als voorbeeld nemen, zodat Islam uitgekleed wordt tot enkel de voorschriften betreffende het spirituele leven van de mens. Al de voorschriften van Islam betreffende het aardse leven moeten de moslims uit hun geloof verwijderen.

Wie de betekenis van de discussie over de vraag of Islam een religie of een ideologie is overdenkt, kan daarom alleen maar concluderen dat Nederland zich in een donker tijdperk bevindt. Donker zoals de Middeleeuwen, feitelijk. De heersers van toen accepteerden noch tolereerden het bestaan van visies op het leven anders dan hun eigen. En daarom vervolgden zij de aanhangers van al de andere visies met het doel hen uit te roeien. Onder aanvoering van de grote intellectuelen van het secularisme (de Verlichtingsintellectuelen) vochten de Europeanen zich uiteindelijk vrij uit deze tijd, maar onder de politieke leiders van nu is deze tijd weer teruggekeerd. Want de politiek leiders van nu noemen zichzelf weliswaar de intellectuele erfgenamen van de Verlichtingsintellectuelen, maar in hun politiek handelen zijn zij niets anders dan de erfgenamen van de tirannen tegen wie dezen vochten – al hetgeen waaraan zij namelijk kunnen denken is vervolging van hetgeen anders is.

Okay Pala
Lidvertegerwoordiger van Hizb ut Tahrir in Nederland

Email:[email protected]Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Mobiel: 0031 (0)611860521

Deel op social media

De officiële meningen van Hizb ut Tahrir zijn die welke zijn opgenomen in verklaringen in naam van de verschillende provinciale bureaus (Wilajaat), de verschillende media bureaus van Hizb ut Tahrir, en de verklaringen van de officiële woordvoerders en media vertegenwoordigers van Hizb ut Tahrir. Enige andere verklaring, zelfs als deze gepubliceerd is op officiële websites of in magazines, is de mening van de auteurs van de artikelen en niet de van Hizb ut Tahrir. Toestemming is gegeven om alles wat gepubliceerd is door Hizb ut Tahrir of de websites van Hizb ut Tahrir te kopiëren, citeren of publiceren, op voorwaarde dat het citaat trouw blijft aan de betekenis, zonder selectieve citaten welke de betekenis vervormen of welke een onjuiste interpretatie portretteren, en op voorwaarde dat het citaat wordt toegeschreven aan de bron.

Hizb ut Tahrir | Nederland