Hizb ut Tahrir Nederland

Vraag:

We weten dat de profeet Mohammed (saw) een stuk land heeft toegewezen aan de nobele metgezel Tamim ad-Darri (ra) in al-Khaleel welke bekend is als al-Maskoubiyah. We zijn verward over de classificatie van dit land; is het een Ushri land of een Kharaj land? In het achterhoofd houdend dat in het boek ‘Fondsen in de Khilafah Staat’’ bij de classificatie van Ushri land, niet het land dat is toegewezen aan iemand Ushri land wordt, maar dat Ushri land en Kharadj land kan worden toegewezen. Sommige leden hebben de visie dat het land van Tamim ad-Darri (ra) Ushri land is, heeft deze visie dan enige basis die niet genoemd is in het boek?

Moge Allah je belonen met al het goede namens ons en alle Moslims en je vreugde brengen in je ogen en die van de Moslims met de overwinning en de autoriteit in de schaduw van de Khilafah volgens de methode van het profeetschap (einde).

Antwoord:

Wa Alaikum us Salaam Wa Rahmatullah Wa Barakaatuhu,

Het klopt dat het geval waarin het land wordt toegewezen aan Tamim Ad-Darri door de Profeet (saw), alvorens het was geopend, niet in details is genoemd in het boek ‘Fondsen van de Khilafah Staat’’ maar in plaats daarvan de Ushri landen genoemd zijn.

Echter, het is wel tot in detail beschreven in ‘’De Islamitische Persoonlijkheid (Shakhsiyya)’’ volume twee in het hoofdstuk over de Ushri, Kharadj en landen van vrede op bladzijde 235 – 237 (Arabische versie). In de Uitleg van deze landtypes wordt gezegd dat:

“… Wat betreft het Ushri land, dit is het land waarvan Ushr (een tiende) is genomen, of de helft hiervan als zakaat over hetgeen het voortbrengt. Het is zo genoemd vanwege de tien procent welke genomen wordt van hetgeen het voortbrengt als zijnde zakaat.

Hierbij inbegrepen is ieder land wiens inwoners de Islam hebben omarmd vanaf de beginperiode zoals Medina Munawarra en Indonesië. Onder Ushri land wordt ook inbegrepen het Arabische schiereiland, , ongeacht of al haar inwoners de Islam hebben omarmd zoals in Medina, of dat deze geopend zijn onder dwang zoals Mekka.

Elk land geopend onder dwang en verdeeld door de Imaam (Khalifah) onder de Moslimstrijders, zoals Khaybar, of gedeeltelijk toegewezen aan de Moslimstrijders.

Ook valt onder Ushri land hetgeen is toegewezen door de Imaam aan de mensen van dit land welke geopend is onder dwang.

Ook datgene wat is toegewezen door de Imaam van de landen welke nog niet geopend zijn, nadat Allah deze opent voor de gelovigen, worden deze een geschenk aan diegene aan wie deze zijn toegewezen. Dit is zoals het toewijzen van het land van Habra, Hebron en Ainoon in al-Khaleel aan Tamim ad-Darri door de profeet (saw).

Toen Tamim Ad-Darri naar de profeet (saw) kwam met zijn mensen, vroeg hij de profeet (saw) om deze gebieden aan hem toe te wijzen als Allah (swt) deze zou openen voor de Moslims. Deze landen werden hem dan ook toegewezen en dit werd vastgelegd in een akte waarvan Omar (ra) getuige was. Hij vroeg Omar (ra) het aan hem over te dragen wat hij ook deed, waarmee het toewijzen werd vervuld.”Einde qoute.

Het land dat werd toegewezen door de Profeet (saw) aan Tamim Ad-Darri is een Ushri land en deze werd geclassificeerd in de overleveringen met betrekking tot dit onderwerp. Er werd overgeleverd door Abu Ahmad Hameed Bin Mukhlad Bin Qutaiyba Bin Abdullah Al-Kharsani, beter bekend als Ibn Zanjoyjah (overleden 251 AH) in zijn boek ‘’al-Amwal’’ op gezag van az-Zuhri en Thawr bin Yazeed van Radhid bin Sa’d, zei zeiden: Tamim ad-Darri stond op en hij was Tamim Bin Aws een man van Lakhm en zei: ‘’O boodschapper van Allah, ik heb Romeinse buren in Palestina die een dorp bezitten genaamd Habra en een andere genaamd Bait’Ainoon. Als Allah ash-Sham voor u opent, geef het dan als een geschenk aan mij. De profeet (saw) zei:

‘’Ze zijn van jou.”Toen zei hij, documenteer dit voor mij in een akte, waarna werd geschreven:

“In naam van Allah, de barmhartige, de genadevolle, dit is een akte van Mohammed de boodschapper van Allah (saw) aan Tamim bin Aws ad-Darri, de dorpen Habra en Bait’Ainoon zijn voor hem…”

Aboe Ubaid overleverde een gelijke overlevering in ‘’al Amwaal’’ en Aboe Yousuf in ‘’al Kharadj’’.

Ik hoop dat dit je vraag voldoende beantwoord.

Jullie broeder,

Ata bin Khaleel Aboe Rashta.

Deel op social media

De officiële meningen van Hizb ut Tahrir zijn die welke zijn opgenomen in verklaringen in naam van de verschillende provinciale bureaus (Wilajaat), de verschillende media bureaus van Hizb ut Tahrir, en de verklaringen van de officiële woordvoerders en media vertegenwoordigers van Hizb ut Tahrir. Enige andere verklaring, zelfs als deze gepubliceerd is op officiële websites of in magazines, is de mening van de auteurs van de artikelen en niet de van Hizb ut Tahrir. Toestemming is gegeven om alles wat gepubliceerd is door Hizb ut Tahrir of de websites van Hizb ut Tahrir te kopiëren, citeren of publiceren, op voorwaarde dat het citaat trouw blijft aan de betekenis, zonder selectieve citaten welke de betekenis vervormen of welke een onjuiste interpretatie portretteren, en op voorwaarde dat het citaat wordt toegeschreven aan de bron.

Hizb ut Tahrir | Nederland