De dubbele maat van Nederland aangaande de genocide van Moslims in Srebrenica

Het kabinet wil de Dutchbat III veteranen, door wiens tekortkoming meer dan 8000 moslims zijn geëxecuteerd, een bedrag van 5000 euro schenken om het “gebrek aan erkenning en waardering” tegemoet te komen.

In 1995 werden onder het toeziend oog en zelfs met de medewerking van de Nederlandse Dutchbat meer dan 8000 moslimmannen en jongens gescheiden van de vrouwen om vervolgens in koelen bloede door de Servische milities geëxecuteerd en in massagraven gedumpt te worden. Dit terwijl zij de taak hadden om de moslimenclave te beschermen.

De Dutchbat verzuimde in hun verantwoordelijkheid en assisteerden de Servische agressor zelfs! Een absolute schande die op zijn minst erkend dient te worden om het gedane leed enigszins te verzachten. Echter, het tegendeel is waar. De Nederlandse autoriteiten kozen ervoor om het leed van de Dutchbat te erkennen door hen te eren met een symbolisch geldbedrag, terwijl de nabestaanden van werkelijke slachtoffers van de Srebrenica genocide, 26 jaar na dato, geen enkele schadevergoeding hebben gehad. Dit krankzinnige paradigma is tekenend hoe de Nederlandse overheid en het Europees rechtssysteem hiermee is omgegaan. Hieronder een korte samenvatting.

Het duurde maar liefst 7 jaar voordat het eerste Srebrenica-rapport van het NIOD over de genocide gepubliceerd werd. De conclusie was eenduidig. De missie was slecht voorbereid en de Dutchbat kon het drama, dat zich in Srebrenica had voltrokken, niet worden aangerekend.

Ook de VN concludeerde in 1999 dat de Nederlandse blauwhelmen geen schuld hebben aan de genocide.

In 2010 besluiten de nabestaanden van de slachtoffers, ‘Moeders van Srebrenica’, die na 15 jaar geen enkele vordering op een rechtvaardig einde zien, aangifte te doen van genocide en oorlogsmisdrijven. Onder meer tegen overste Thom Karremans, die commandant was van het Nederlandse VN-bataljon Dutchbat. Echter zonder succes, gezien het Openbaar Ministerie drie jaar later besluit om Karremans niet te vervolgen.

In 2014 oordeelt de rechtbank in Den Haag dat Nederland niet verantwoordelijk is voor de dood van ruim 8000 moslimmannen, maar slechts deels verantwoordelijk is voor de deportatie van ruim 300 mannen. Dus met andere woorden: Dutchbat was niet verantwoordelijk voor het lot van 7700 moslimmannen die afgevoerd en geëxecuteerd werden.

In 2017 bevestigt het gerechtshof in Den Haag, het eerdere vonnis dat de staat aansprakelijk is voor de dood van 300 moslimmannen, maar dat de geleden schade maar voor 30 procent zal worden vergoed. Volgens het hof is de Nederlandse overheid slechts 30 procent aansprakelijk voor ‘slechts’ 300 slachtoffers die zich binnen de Nederlandse compound bevonden. Dus ook in het bepalen van de schadevergoeding aan de erkende en bevestigde gevallen (als gevolg van nalatigheid van de Nederlandse regering) wordt slechts 30 procent uitgekeerd in plaats van de volle 100 procent. Ook de Nederlandse militairen van Dutchbat bleven buiten schot.

In 2019 oordeelt de Hoge Raad dat de staat deels aansprakelijk is voor de dood van ruim 300 moslims en oordeelt dat niet 30 procent, maar slechts 10 procent vergoeding uitgekeerd kan worden aan de nabestaanden. De aansprakelijkheid en schuld van de Nederlandse staat wordt wederom gereduceerd. Dit keer tot een magere 10 procent.

En dan komt hier nog eens bovenop dat de nabestaanden van de genocide na 26 jaar geen enkele schadevergoeding hebben ontvangen. De meeste “Moeders van Srebrenica” zijn inmiddels bejaard waarvan sommige zelfs al zijn overleden. Waar wacht men nog op? De nabestaanden worden aan de lijn gehouden en gaandeweg in het proces worden de oorlogsmisdadigers tot helden verklaard. En de slachtoffers? Die kunnen barsten.

De geldbeloning van de Nederlandse overheid aan de Dutchbat is daarom niet alleen een klap in het gezicht van de nabestaanden. Het is vooral een klap tegen eerlijkheid, rechtschapenheid en rechtvaardigheid.Eigenschappen die klaarblijkelijk ontbreken bij de Nederlandse overheid.

Okay Pala Mediavertegenwoordiger Hizb ut Tahrir Nederland

Deel op social media

De officiële meningen van Hizb ut Tahrir zijn die welke zijn opgenomen in verklaringen in naam van de verschillende provinciale bureaus (Wilajaat), de verschillende media bureaus van Hizb ut Tahrir, en de verklaringen van de officiële woordvoerders en media vertegenwoordigers van Hizb ut Tahrir. Enige andere verklaring, zelfs als deze gepubliceerd is op officiële websites of in magazines, is de mening van de auteurs van de artikelen en niet de van Hizb ut Tahrir. Toestemming is gegeven om alles wat gepubliceerd is door Hizb ut Tahrir of de websites van Hizb ut Tahrir te kopiëren, citeren of publiceren, op voorwaarde dat het citaat trouw blijft aan de betekenis, zonder selectieve citaten welke de betekenis vervormen of welke een onjuiste interpretatie portretteren, en op voorwaarde dat het citaat wordt toegeschreven aan de bron.

Hizb ut Tahrir | Nederland